|
Toneel van 1898 tot 1945 - De these: "De Groene Linde"
|
|
De toneelgeschiedenis van 1898 tot 1945 lijkt een schoolvoorbeeld van Hegeliaanse dialectiek rond het thema ‘gemengd toneel’. |
|
In 1888 wordt de Volkshuis Tooneelgilde boven de doopvont gehouden en in 1905 tot De Groene Linde herdoopt. Samen met een tiental andere verenigingen, waaronder De Sint-Leenaardszonen, De Geitenverzekering en De Vereenigde Konijnenkwekers van Belleghem, maakt De Groene Linde deel uit van de parochiale gildenbond Het Volkshuis van Belleghem. De Groene Linde en De Sint-Leenaardszonen hebben als taak “eerlijk verzet en vermaak” te bieden en “bij te dragen tot het goed en het welzijn der gemeente”. |
|
De Groene Linde biedt geen plaats aan vrouwelijke leden, want de vereniging is een zogenaamde “mannenkring”. Dit uitgangspunt dwingt de vereniging ertoe, toneelstukken te spelen met een mannelijke bezetting. Als er al eens een vrouwelijke rol is, dan wordt die gespeeld door een als actrice vermomde acteur. |
|